woensdag 18 mei 2016

1000 vragen aan jezelf #2

Ik was blij verrast door de leuke reacties op de eerste '1000 vragen aan jezelf'-blogpost (klik hier als je die nog niet gezien hebt). Idealiter zou ik graag twee stukjes per week plaatsen, waarvan er eentje dan het 1000-vragen-stukje is. Helaas zit dat er deze week nog niet echt in. Natuurlijk, we zijn pas op de helft, dus wellicht later nog een ander stukje van mijn hand. Voor nu hoop ik jullie te vermaken met mijn pretparkangst, mijn kijk op liefdesverdriet en mijn favoriete dagdeel.

15. Wanneer ben je voor het laatst in een pretpark geweest? 
Ik moet heel diep graven, want ik ben op z'n zachtst gezegd niet zo'n pretparkganger. Ik vind altijd alles eng en de meeste attracties zijn dan ook niet aan mij besteed. Daarom is de Efteling mijn favoriete pretpark, maar daar ben ik al minstens vijf jaar niet geweest. Misschien wel tien.

16. Hoe oud hoop je te worden?
Zo oud als mogelijk is zonder dat ik ziek word, veel pijn heb of ga dementeren. Het lijkt me fantastisch om de 100 te halen, maar alleen als ik dat zelf nog bewust en pijnvrij kan meemaken.

17. Aan welke vakantie denk je met weemoed terug?
Weemoed als in: ik word verdrietig en depressief als ik aan die vakantie terug denk? Of: ik word er verdrietig van omdat ik niet meer op die vakantie ben? Had je niet een ander woord dan weemoedig kunnen gebruiken? Nu raak ik in de war. Maar goed, ik word van geen enkele vakantie waaraan ik denk depressief. Dus: als ik terugdenk aan de reis naar Indonesië die mijn verkering en ik in 2014 maken, dan krijg ik een warm hart.

18. Hoe voelt liefdesverdriet voor jou?
Precies het tegenovergestelde van dat warme hart van net. Alsof de veilige grond van de aarde onder je vandaan is getrokken, je hart door een ijzige hand uit je borst is gerukt en je in de volste overtuiging bent dat niets ooit nog mooi of vrolijk zal zijn.

19. Had je liever anders willen heten?
Vroeger wel, want ik vond het vreselijk om mijn naam steeds minstens drie keer te moeten zeggen voordat iemand hem goed verstond. En ik werd er gek van dat mijn naam vrijwel nooit in één keer goed werd geschreven. Nu ben ik heel trots op mijn naam; ik heb mijn blog er niet voor niets naar vernoemd. Natuurlijk, dat mensen mijn naam niet snappen is nog steeds irritant, maar veel vaker krijg ik er complimenten en vragen over. Het is een fijne conversation starter. En ik vind het wel bijzonder dat er in 2015 opnieuw geen baby's zijn geboren die Froukelien heten.

20. Waarin heb je aan jezelf getwijfeld?
Waarin niet?

21. Maakt het veel uit wat anderen van je zeggen?
Steeds een beetje minder. Zou dat zijn wat ze volwassen worden noemen?

22. Wat is je favoriete dagdeel?
Het begin van het einde van de middag, omdat ik dan altijd een opleving in m'n energie en concentratie heb. En omdat het dan bijna borrel- en/of etenstijd is.

24. Op welk seizoen lijk je het meest?
Op de lente, misschien? Over het algemeen zonnig en steeds een beetje warmer, fleurig, en vrolijkmakend, maar met af en toe wisselvallig weer met donkere buien en koude bibberdagen. Is dit wat, denk je?

25. Wanneer heb je voor het laatst een dag helemaal niets gedaan?
Ik dacht altijd dat ik vrij goed was in niets doen, maar dat blijkt niet helemaal zo te zijn. Sowieso is het volgens mij überhaupt onmogelijk om écht de héle dag hélemaal niets te doen. Ik bedoel, zelfs als je Netflix kijkt kijk je Netflix. Bovendien ben ik wel goed in niets nuttigs doen, maar alle nuttige dingen die nog moeten gebeuren, blijven dan constant aan me knagen. Dus bijna elke dag doe ik wel iets dat 'moet' (van mezelf). Lang verhaal kort: deze vraag is niet te beantwoorden voor iemand die er te lang over nadenkt.

26. Was je een gelukkig kind?
Ondanks m'n wanstaltige kleren, bozige buien en miljarden gevallen tranen: ja, zeker.

27. Koop je vaak bloemen?
Ja, gek op bloemen!

28. Wat is je droom?
Een vrijstaand huis aan het water, met een grote tuin op het zuiden, in de Indische Buurt in Amsterdam.

woensdag 11 mei 2016

Truitje

Het waren de jaren '90 en ik ging shoppen met mijn nichtjes en mijn tante. Ik wilde er wat hipper uitzien. Mijn nichtjes waren in mijn ogen de hipste meisjes van het universum. Ze woonden in Friesland, dus dat zal wel mee hebben gevallen. Maar alles is relatief: zij waren zonder twijfel hipper dan ik, want ik liep rond in de afgedankte kleren van een geitenwollensokkenfamilie uit de kerk.
Naast afgedankt, waren die kleren ook nog grotendeels zelfgemaakt. Ik herinner me een vormeloze trui waarvan de ene helft roze was en de andere paars. Eronder droeg ik dan een paarse ribbroek. Uit de buurt van mijn nichtjes (wat gezien onze woonplaatsen het overgrote deel van mijn jeugd was) was dit gedrocht één van mijn lievelingstruien. Samen met een rode trui met een plaatje van de Leeuwenkoning erop. 'Hakuna matata' stond er in gele letters onder. Die trui droeg ik zelfs toen ik in de kerk een solo mocht zingen. Met het meisje van wie ik de kleren kreeg, kon ik het overigens goed vinden. We fimokleiden erop los. Je kunt je voorstellen hoe hip onze zelfgemaakte sieraden waren; in de categorie papegaaienoorbellen en Engelsedropkettinkjes.

In de buurt van mijn nichtjes verbleekte mijn tevredenheid over mijn outfits en accessoires echter volledig. Toch moet het idee om voor mij te gaan shoppen wel van mijn tante zijn gekomen, want uit mezelf zou ik nooit hebben voorgesteld om te gaan winkelen. Zelfs toen al niet.
Ik vond een truitje bij Wonder Woman dat aan hun en mijn eigen eisen voldeed. Wellicht ging daar een huilbui aan vooraf omdat zij me in outfits probeerden te hijsen waarin ik me hoogst onprettig voelde. (Dat soort taferelen tijdens shopsessies met anderen zijn mij niet vreemd.) Maar bij de Wonder Woman vonden we een compromis: een wit truitje van een dunne ribbelstof, met zwarte zomen aan de lange mouwen, en twee verticale strepen over de hele lengte van de mouw. Een soort Adidas, maar dan net niet. Een zilveren ritsje op de hals; zo’n smal ritsje met een balletje aan de onderkant. Ik heb het truitje gedragen tot de gaten erin vielen.

Ik herinner me dat ik het truitje droeg tijdens een logeerpartij bij een van mijn beste basisschoolvriendinnen. Ze hield van paarden en luisterde voor haar lol naar kerkmuziek. We werden ongeveer tegelijkertijd ongesteld en noemden dat, omdat we niet wilden dat anderen van onze bloederige intimiteiten afwisten, dat we ‘on’ waren. Zij liet mij kennis maken met Elly en Rikkert. Ik maakte haar op mijn beurt fan van de Spice Girls. Zij was dan Mel B: hoewel haar ouders uit Nederland kwamen was ze altijd het bruinste meisje van de klas. Ik was Geri. Ik denk vanwege mijn dikke tieten, want rode haren had ik geenszins. Toen ik ooit vroeg waarom mijn vriendje met mij verkering wilde en niet met alle andere meisjes die aan zijn voeten lagen, zei hij dat ik de grootste borsten had. Niet lang daarna zijn ze helaas gestopt met groeien.

Ik ging met mijn vriendin en haar ouders mee op vakantie naar een klein Brabants dorpje. Vrienden van de familie hadden daar een huis en dat stond een tijdje leeg. Het dorp lag vlakbij de Efteling, en er was een speelgoedmuseum in de buurt. Met mijn strakke, korte Wonder Woman-truitje viel ik zowel bij het gezin van mijn vriendin, als bij de plaatselijke bevolking nogal uit de toon. Ik wenste vurig dat ik die ochtend gewoon mijn Leeuwenkoningtrui had aangetrokken.

maandag 2 mei 2016

1000 vragen aan jezelf #1

Meteen maar met de deur in huis: ik weet niet waarover ik een stukje wil schrijven. En ik wil zó graag mijn winning streak van elke week minstens één blogpost online niet verbreken, dat ik een beetje een inspiratieloze hulplijn inschakel. Desperate times, desperate measures.
Een tijd geleden zat er bij het magazine Flow een boekje met 1000 vragen aan jezelf. Ik zie een aantal andere bloggers de vragen ook invullen, en eigenlijk is dat best leuk om terug te lezen. Maar ik kan me goed voorstellen dat jij het totaal niet interessant vindt om te weten of ik een goede voorlezer ben en wat ik 's ochtends als eerste doe. Scheelt me niks; ik vond het namelijk wel heel leuk om deze vragen in te vullen. En heel misschien voel jij er ook wel wat voor om dat om dat voor jezelf te doen. Hieronder mijn antwoorden op de eerste 14 vragen!

1. Met wie kun je het best opschieten?
We beginnen meteen lekker zoetsappig, want dit is zonder twijfel mijn verkering. Mag ook wel, want vorige week waren we twaalf jaar samen. Hij is mijn allerbeste vriend en kent me soms beter dan ik mezelf.

2. Waar besteed je te veel tijd aan?
Blogs lezen, YouTube-filmpjes kijken, mijn vaste Instagram-Facebook-Twitter-telefoonrondje, en lijstjes maken van dingen die ik wil gaan doen (in plaats van die dingen gewoon meteen te doen).

3. Om welke grappen kun je heel hard lachen?
Woordgrappen.

4. Wanneer heb je voor het laatst iets voor het eerst gedaan?
Ik heb vandaag koffie gedronken met iemand met wie een vriendin me in contact heeft gebracht. Natuurlijk heb ik wel vaker mensen ontmoet die ik nog niet kende, maar dat was dan altijd werkgerelateerd. Dit gesprek was dat deels ook wel, maar het voelde toch heel anders. En heel leuk! Dus ken jij nog een inspirerend mens die je aan mij zou willen koppelen: kom maar door!

5. Huil je makkelijk in het bijzijn van anderen?
Ik was altijd een enorme jankerd, maar mijn tranen lijken wel opgedroogd. Nee, dat is een grapje. Maar ik huil lang niet meer zo vaak als vroeger. De laatste keer was toen ik in mijn eentje de film Brooklyn in de bioscoop zag. Alleen huilen vind ik fijner, maar iedereen die mij al wat langer kent, heeft mijn ugly cry wel eens mogen aanschouwen denk ik.

6. Waar bestaat je ontbijt uit?
Yoghurt met muesli doordeweeks, en op zaterdag of zondag croissantjes met kaas uit de oven.

7. Wie heb je voor het laatst een kus gegeven?
Mijn verkering. (Ik vind dat echt een schattig woord.)

8. Waarin lijk je op je moeder?
Zowel qua uiterlijk als innerlijk ben ik 50% papa en 50% mama. Net als mijn moeder ben ik een uitsteller, kan ik soms erg veel van mezelf of 'het leven' verwachten en heb ik de neiging om voor anderen te denken. Daarnaast is mijn moeder heel erg lief, zachtmoedig, krachtig en prachtig, en ik hoop dat ik ook daarin een klein beetje op haar lijk.

9. Wat doe je 's ochtends als eerste?
Plassen.

10. Ben je een goede voorlezer?
Geen idee! Ik herinner me dat ik vroeger Harry Potter voorlas aan mijn oppaskindjes en dat ik het heel leuk vond om dat te doen. Maar of ik het goed deed, en hoe ik het nu zou doen? Ik weet het niet.

11. Tot welke leeftijd geloofde je in Sinterklaas?
Ook dit weet ik eigenlijk niet. Ik denk tot en met groep 4? Dus toen was ik 7 of 8. Overigens vind ik Sinterklaas nog steeds iets magisch. Hartjes voor de Sint!

12. Wat wil je nog graag kopen?
Zomerkleding, maar ik heb een hekel aan shoppen. Ik wil ook graag nieuwe stoelen voor bij de eettafel, een nieuw schoenenrek en matchende badhanddoeken.

13. Welke karaktereigenschap zou je graag willen hebben?
Ik zou wel wat spontaner willen zijn. Als in: wat vaker gewoon ja zeggen tegen onverwachte dingen en spontane plannen. Dat gaat gelukkig al steeds beter, want er was een tijd dat ik zelfs een beetje in paniek raakte van spontane acties. Die paniek is er niet meer, maar ik moet me soms nog wel even mentaal voorbereiden op impromptu tripjes of bezoekjes van vrienden. Terwijl ik het áltijd leuk vind als er zoiets gebeurt. Gisteren nog: een spontane barbecue met 4 vrienden op ons terras. Het was heerlijk, en ik wil veel meer van dat.

14. Wat is je favoriete tv-programma?
Mag het ook een televisieserie zijn? Want tv-programma's kijk ik nooit meer. Zo ja, dan Game of Thrones, Penoza, Mad Men, Narcos, Suits, The Americans, Luther, House of Cards, How I Met Your Mother, Fargo, Sherlock, en zo kan ik nog wel even doorgaan, maar dat zal ik jullie verder besparen.